Home Wie zijn wij?    Disc golf    Vereniging    Kalender    Discs    Clinics    Filmpjes    Courses

 De geschiedenis van de frisbeesport

Inleiding

In 1871 verhuisde molenaarszoon William Russell Frisbie naar Bridgeport, Connecticut om daar een bakkerij te openen, de Frisbie Pie Company. Zijn bakkerij was een succes en in korte tijd had hij meerdere filialen in de regio. Al snel na het succes van de nieuwe bakkerij-keten kwamen studenten van Yale University in het nabijgelegen New Haven in aanraking met zijn heerlijke taarten en vanaf vroeg in de twintigste eeuw wierpen zij in hun vrije tijd op de campus met de deksels van de taartblikken, al zeggen sommigen nu dat het deksels van koekjesblikken waren die gebruikt werden om over te gooien. Er zijn inmiddels zelfs twee kampen die 'ruzie' maken over het precieze ontstaan van de frisbee, de Pie-Tin School en de Cookie-Tin School. Hoewel William Frisbie in 1903 stierf, zette zijn zoon Joe de winkelketen tot in 1940 succesvol door en diens weduwe Marian Rose Frisbie zelfs tot in 1958.

Frisbie-ing

In de jaren twintig werd er op Yale al een soort tikspel met die deksels gespeeld. Via uitwisselingen ging deze trend naar andere colleges zoals Dartmouth College, ook omdat chauffeurs van de Frisbee Pie Company die dingen soms naar voorbijgangers gooiden. In WO II werd er ook in allerlei Amerikaanse kazernes over gegooid met diverse deksels, hoewel een experiment om schijven te gebruiken voor het vervoer van kleine bommen mislukte. Eind jaren veertig wierpen in de pauzes op Harvard en Princeton vaak tientallen studenten tegelijk met die aluminium deksels. Als er eentje werd gegooid waarschuwde men de vanger èn de omstanders met de kreet “Frisbie!”, de naam die op de deksels stond. Daarom noemde men dit tijdverdrijf op de colleges frisbie-ing.

Fred Morrison

Reeds in 1937 gooiden de jonge timmerman Walter Frederick Morrison en zijn vriendin Lu met het deksel van een popcornblik en toen die kapot ging met de koekjesschaal van zijn moeder. Later die zomer begonnen zij die plastic schalen te verkopen op de stranden van Santa Monica in Californië, al floreerde die business niet heel erg. In 1946, na W.O.II waarin hij piloot was geweest en dus meer idee had van aerodynamica, ontwierp Morrison de eerste echte schijf op de tekentafel, de Wirlo-Way die hij uit plastic sneed. Maar pas in 1948, toen UFO’s steeds meer in het nieuws kwamen, ondersteunde investeerder Warren Franscioni uitvinder Morrison met de financiering van een mal waarmee ze uit buthyl-stearaat vliegende schotels goten om mee over te gooien. Deze 'Flying Saucer' was nog erg kwetsbaar en in 1950 gingen Warren en Fred uit elkaar. Morrison en vrouw Lu verbeterden hun schijf geleidelijk aan met nieuwer plastic en zo ontstond in 1951 de 'Pluto Platter' die ze in meervoud produceerden. Uit 1954 stammen de eerste berichten over wedstrijden met deze schijf op Dartmouth en dan met name het spel guts voor twee personen. Pas in 1956 verkreeg Morrison zijn eerste patent en nog wel over de oude Flying Saucer.

Wham-O

Richard Knerr en Spud Melin van het bedrijfje Wham-O dat onder andere ook hoelahoeps en katapulten verkocht, kwamen in 1955 in aanraking met de derde schijf van Morrison. Zij hadden het zakelijke instinct om de Pluto Platter goed aan de man te brengen. Begin 1957 nam Wham-O Manufacturing Company het patent over van Fred Morrison en begon de echte massaproductie van schijven, die ze eerst ‘Toy Flying Saucer’ noemden. Toen Knerr op één van zijn zakenreizen Harvard aandeed, zag hij daar het frisbie-ing gespeeld worden. De populariteit beviel hem zeer, evenals de term frisbie.Toen augustus 1958 de Frisbie Pie Company ophield te bestaan, zag Wham-O haar kans. Het bedrijf nam de studentennaam over, maar verbasterde haar fonetisch naar frisbee. Op 26 mei 1959 werd de naam ‘Frisbee’ geregistreerd, trademark #679186. Bijna gelijktijdig, ook in 1958, maakte een zekere Bill Robes in het oosten van de VS, onafhankelijk van Wham-O, een disc uit plastic genaamd de ‘Space Saucer’ die hij verspreidde over de universiteiten van de Ivy League.

Het begin van freestyle

In datzelfde 1958 ontstond in Escabana, Michigan het jaarlijkse frisbeetoernooi van de familie Healy waar men onder andere guts speelde. Met steeds meer enthousiaste deelnemers groeide het evenement gestaag en omdat er ook Canadezen kwamen besloot men tot de naam International Frisbee Tournament. In 1968 werd freestyle op het IFT erkend als aparte frisbeesport. In datzelfde jaar begon op de universiteit van Berkeley een groep fanatieke frisbeespelers te freestylen en toen die ploeg in 1970 naar Michigan kwam, veranderde het freestyle daar aanmerkelijk. In de jaren erna ontwikkelde zich een echte freestylecultuur. In 1974 deed Kerry Kollmar de allereerste ‘air-brush’ en de eerste ‘nail-delay’ van Freddie Haft stamt uit 1975. Eind jaren zeventig sponsorde Wham-O een groot freestyle toernooicircuit dat elk jaar zijn finale kende in de Rose Bowl in Pasadena in Californië, maar toen het bedrijf in 1981 haar steun introk ging de populariteit van deze frisbeesport langzaam achteruit.

Ed Headrick en de IFA

Tijdens de jaren zestig verkocht Wham-O zijn frisbee al over het hele land. Een werknemer van het bedrijf in California, ingenieur Ed Headrick, verbeterde die disc aanmerkelijk. Hij varieerde het gewicht en de diameter van de schijf en in 1964 introduceerde Wham-O zijn Professional Model Frisbee. In november 1966 kwam ‘Steady’ Ed Headrick met een belangrijke aerodynamische aanpassing. Kleine ringen bovenop, de ‘lines of Headrick’, maakten de frisbee veel stabieler tijdens de vlucht. Eind 1967 verkreeg hij het patent op die schijf, verrassenderwijs opnieuw de 'Flying Saucer' geheten, voor slechts tien dollar. Met min of meer diezelfde frisbee gooien we nu nog steeds, hoewel er inmiddels natuurlijk wel diverse merken en verschillende afmetingen en gewichten zijn. Het jaar daarna richtte Steady Ed in Los Angeles de International Frisbee Association op na verregaande contacten met de IFT-groep. De IFA bracht meteen al een maandelijkse nieuwsbrief uit. Headrick ontwierp vervolgens de eerste regels voor distance, guts en freestyle, en later ook voor disc golf. Natuurlijk publiceerde de IFA-nieuwsbrief al die spelregels. Daarna organiseerde de IFA in 1968 een Masters Tournament in de Rose Bowl te Pasadena waar Jay Shelton kampioen werd. In de jaren zeventig begon Headrick steeds meer te geloven in disc golf. In 1975 legde hij samen met zijn broer Ken de eerste disc golfcourse aan in Pasadena. Hij was daarna zo overtuigd van het succes van disc golf, dat hij zijn baan bij Wham-O opgaf en vervolgens in 1976 de Disc Golf Association Company oprichtte, een bedrijf dat disc golfcourses over het hele land uitlegde. Steady Ed verkreeg later het trademark op de term disc golf en het patent op de pole hole. Later droeg hij deze rechten allemaal over aan de PDGA, zodat hij verder kon gaan met het ontwerpen van golfcourses.

Het ontstaan van ultimate

Reeds in 1966 ontwikkelden Amherst studenten waaronder Jared Kas een frisbee teamspel met aspecten van football, basketbal en voetbal. Nadat hij tijdens een zomerkamp in 1968 het basisidee aangereikt had gekregen van toenmalig instructeur Kas, bedacht de zestienjarige scholier Joel Silver in het najaar van 1968 voor zijn vrienden op Columbia High School in Maplewood in New Jersey een frisbeespel dat losjes gebaseerd was op American football : ultimate was geboren. Reeds in 1968 werden de eerste wedstrijdjes gehouden op de parkeerplaats van de school tussen leden van de leerlingenraad en de redacteuren van de schoolkrant. En één jaar later had deze high school al een echt team dat trouwens eerst alleen onderlinge potjes speelde. Maar nadat in 1970 Joels vriend Buzz Hellring de eerste ultimate spelregels opschreef, later verbeterd door Silver en zijn vriend Jon Hines, werd de eerste officiële wedstrijd tegen een andere school gespeeld. Columbia HS won met liefst 43-10 van Millburn HS. Hoewel in deze oorspronkelijke spelregels wel over scheidsrechters werd gerept, stond er ook in dat men bij het ontbreken daarvan met een sportieve erecode kon spelen en het onderling kon regelen. Meestal speelde men met die genoemde erecode, omdat iedereen liever meespeelde dan scheidsrechter wilde zijn. Er werd namelijk nog geen vast spelersaantal genoemd in die regels. In 1971 begon men met interscholaire wedstrijden tussen vijf scholen in New Jersey, een league die Columbia HS de eerste jaren natuurlijk steeds won. In de finale van 1974 van deze interscholaire league tussen Columbia en New Brunswick werd overigens wel gebruik gemaakt van een arbiter.

Het eerste disc golf

Hoewel er al uit 1926 in Vancouver berichten stammen van kids die met tinnen deksels in golfparken liepen te gooien, een feit dat zich in de jaren ’30 en ’40 wel vaker voordeed, evenals in de ’50 en ’60 jaren met plastic schijven, waren dat altijd op zichzelf staande groepjes die met het volwassen worden stopten met dat tijdverdrijf. Waarschijnlijk realiseerden die mensen zich later dat zij eigenlijk voorlopers waren geweest van het disc golf. Ook recreatiemedewerker George Sappenfeld liep in 1965 geregeld met schijven in het park te gooien. Maar toen hij drie jaar later beheerder werd van een echt golfpark, belde hij Wham-O met een vraag over sponsoring van zijn activiteit. Ed Headrick stuurde hoelahoeps als doelen en een aantal frisbee’s, maar hoewel ze elkaar een jaar later tegenkwamen en George driftig reclame maakte voor zijn plannen, kon hij Headrick niet overtuigen en leefde het frisbee golf nog een aantal jaar niet bij Wham-O. Het was bijvoorbeeld ook niet opgenomen in het beroemde Official Frisbee Handbook van Goldy Norton uit 1972. Maar reeds uit 1970 stammen de eerste vermeldingen van disc golf-wedstrijden in Rochester, New York waar een kleine, geïsoleerde, maar fanatieke groep trainde en speelde. Reeds in 1972 organiseerden zij daar het Second Annual City of Rochester Disc Golf Championship. In 1975 werd disc golf een onderdeel van het WK Frisbee en in 1982 organiseerde Ed Headrick het eerste World Disc Golf Championship waar Harold Duvall de eerste wereldkampioen disc golf werd.

Ultimate op colleges

Oudscholieren van vooral Columbia HS namen het ultimate mee naar colleges, allereerst natuurlijk in het oosten. In 1972 werd de eerste universiteitswedstrijd gespeeld tussen de Rutgers Knights en de Princeton Tigers, overigens met scheidsrechter, voor een publiek van meer dan duizend toeschouwers. Rutgers won 29-27, net als honderdendrie jaar daarvóór toen op dezelfde plek ploegen van diezelfde twee universiteiten de eerste intercollegiale American football-wedstrijd hadden gespeeld. Reeds in 1973 begon er een competitie met drieëntwintig collegeteams en in 1975 waren de eerste National Collegiate Championships op Yale, daar waar het ooit allemaal was begonnen met de deksels. Weer wonnen de Rutgers Knights, net als in 1976 toen het toernooi was omgedoopt naar National Ultimate Frisbee Championship. Er werd die jaren bijna altijd gespeeld zonder scheidsrechter, maar met de genoemde erecode uit de spelregels. De in die tijd heersende flowerpower en de hippyscene die ultimate aantrok, hadden ook enige invloed hierop. Die erecode ging uit van groot respect voor de tegenstander en de spelregels, maar er werd in die tijd nog niet van Spirit of the Game gesproken.

Dan Roddick en andere bonden

Toen de groep disc golfers uit Rochester in de IFA-nieuwsbrief las dat er buiten hun groepje om een groot aantal mensen op allerlei manieren bezig was met frisbeesport, doopten ze hun toernooi om tot American Flying Disc Open en in 1974 loofden ze zelfs een auto uit voor de winnaar. Ook Ed Headrick kwam langs in Rochester en ontdekte zo het disc golf. Hij huurde Dan Roddick, de winnaar van AFDO ‘74, in als medewerker van Wham-O. Dan werd daar het hoofd van het Sports Promotion Department. Nadat Roddick hem wees op de populariteit en de mogelijkheden van disc golf, maakte Steady Ed de sport onderdeel op het WK van 1975. Gaandeweg werd disc golf steeds populairder en samen met andere spelers richtten Roddick en Headrick in 1977 de Professional Disc Golf Association op. Inmiddels heeft die PGDA meer dan 23.000 leden en beheert ze honderden courses alleen al in de Verenigde Staten. Dan ‘Storck’ Roddick was later ook stuwende kracht bij de oprichting van de Freestyle Players Association en Guts Players Association, beide in 1978. De oprichting van de Amerikaanse Ultimate Players Association, tegenwoordig USA Ultimate, vond plaats in 1979 en uiteraard was ook de ‘Storck’ weer van de partij. Meteen in dat jaar was ook de eerste echte editie van het Amerikaanse nationale ultimate kampioenschap, het beroemde Nationals, onder auspiciën van de UPA.

Eerste WK’s

Wham-O besloot het succes van de schijf uit te breiden en sponsorde een groot toernooi dat ze wereldkampioenschap noemden. In 1974 werd in de Rose Bowl in Pasadena dat eerste WK Frisbee voor individuele spelers gehouden, uiteraard met alleen maar Noord-Amerikaanse deelnemers. Onderdelen waren distance, guts en freestyle, al worden bij de wereldbond pas vanaf het wereldkampioenschap ’83 de aparte gutskampioenen erkend. Victor Malafronte en Jo Cahow werden de eerste wereldkampioenen Overall. Dat eerste jaar waren er ook demonstraties in hoelahoep, een ander Wham-O product. In 1975 waren er weer World Frisbee Championships waar nu ook disc golf onderdeel was, terwijl ultimate een demonstratiesport was, net als in 1976. Voor vele duizenden enthousiaste toeschouwers werd er beide jaren een east-west all-star game gehouden waarbij een goal drie punten waard was en een score in de ‘hotspot’ midden in de endzone zelfs vijf punten. Veel spelers gooiden toen trouwens nog overhand worpen in plaats van forehands. In 1977 was tijdens het WK de eerste nationale ultimate-finale tussen de winnaars van oost en west, Penn State en Santa Barbara. In 1978 waren er op het wereldkampioenschap in Pasadena behalve VS- en Canadese teams ook deelnemers uit Japan, Zweden, Engeland, België en Australië. Datzelfde jaar werd vervolgens double disc court toegevoegd aan WFC en in 1982 werd ook discathon medaile-onderdeel van het WK.

Frisbeesport in Europa

Begin jaren zeventig brachten Noord-Amerikaanse toeristen en expats de schijf naar Engeland, Zweden, België en Frankrijk, iets later naar de rest van Europa. In het Verenigd Koninkrijk en Zweden sloeg het frisbee snel aan en respectievelijk in 1973 en 1974 richtte men daar een nationale frisbeebond op, de UK FDA en de Svenska Frisbee Förbundet. Dit voorbeeld werd gevolgd door België, Frankrijk en Oostenrijk in 1977. Nadat in 1978 Finland, Nederland en Denemarken volgden en een jaar later Italië en Noorwegen, werd in 1980 het eerste Europees Kampioenschap ultimate georganiseerd, het eerste echte internationale landentoernooi in de geschiedenis van de frisbeesport. Dat EK werd afgewerkt in Parijs en kampioen werd Finland, vóór Engeland en Zweden. Datzelfde jaar werd in Brussel ook het eerste EK Frisbee voor individuele spelers georganiseerd. Hoewel in 1979 al voor het eerst ultimate werd gespeeld in Duitsland en onze oosterburen in 1981 reeds hun eerste DM hielden, waren de Duitsers erg laat met het oprichten van een eigen frisbeebond, pas in 1991. In 1981 herdoopten de Britten hun bond tot British Ultimate Federation en in datzelfde jaar werd de Europese bond EFDF gevormd. De eerste Europese dameskampioen ultimate was ook Finland, in 1982 te Obertraum in Oostenrijk. Drie jaar later werd het European Ultimate Championship weer in Obertraum gehouden en vandaar elke twee jaar tot en met 1997, toen een vierjarencyclus werd ingevoerd. In 1983 werd de frisbeesportbond in Zweden lid van de nationale sportconfederatie en daarmee de eerste officieel geaccepteerde frisbeebond.

Frisbee als wereldwijde sport

Ook op sommige andere plekken buiten de VS en Europa werd de frisbeesport bekend. Begin jaren zeventig organiseerde men in Vancouver al de Canadian Open Frisbee Championships met guts en distance, in 1974 introduceerden Ken Westerfield en Jim Kenner daar freestyle. Maar in 1975 was ultimate op de COFC nog slechts een demonstratiesport. Vergeleken met de zuiderburen duurde het wat langer voordat ultimate echt in Canada doordrong. Pas in 1979 werd in Toronto een club opgezet en dat is nu de oudst, nog steeds bestaande Cityleague. Het duurde echter tot 1987 voordat er in Vancouver een echt nationaal kampioenschap ultimate werd georganiseerd. Eveneens vroeg in de jaren zeventig vloog de frisbee ook naar landen als Japan en Australië waar men in respectievelijk 1975 en 1976 een nationale bond opzette. In beide landen won het frisbee snel aan populariteit en in 1978 stuurden beide landen al deelnemers naar het WK in Pasadena. In 1979 volgde Nieuw-Zeeland dat acht jaar later trouwens de eerste wereldkampioen Overall leverde.

Wham-O en Discraft

In 1977 introduceerde Wham-O de 165 grams zware ’80 mold’ als opvolger van de tot dan gebruikte Master. De 80 mold had veel meer stabiliteit, zelfs in winderige omstandigheden. Opeens werd het gooien van een forehand veel eenvoudiger. Deze 80 mold werd in 1978 in de zevende editie van de ultimate spelregels, een IFA-brochure, aangeduid als officiële wedstrijdschijf. In 1981 lanceerde het Amerikaanse Discraft zijn 175 grams Ultrastar als concurrent van de Wham-O schijf, met een updated versie uit 1983 die steeds meer gebruikt werd bij ultimate toernooien, nadat er wat problemen waren met de nieuwe molds van Wham-O waardoor hun schijven niet erg stabiel vlogen. Het bedrijf kwam met een vergelijkbare disc, de 175 grams U-Max, maar het was reeds te laat. Vooral in de VS speelde toen bijna iedereen al met de Discraft. In 1991 werd de Ultrastar door de wereldfederatie erkend als standaard wedstrijdschijf voor ultimate en is dat nog steeds. Daarnaast worden er inmiddels door de wereldbond nog vier 175 grams wedstrijdschijven officieel erkend, namelijk de Daredevil Gamedisc, de Yikun Ultipro, de Innova Pulsar en de Eurodisc Standard.

Indoor ultimate in Europa

Het oudste ultimate van ons continent stamt uit Zweden en daar werd vanwege het klimaat natuurlijk ook veel indoor ultimate gespeeld, zo’n zeven a acht maanden per jaar. De eerste indoor ultimate game werd gehouden in 1977 tussen Skogshyddan en Halmstad. Aansluitend werd begin 1978 in Gothenburg voor het eerst het beroemde Vintertrofén toernooi georganiseerd door Skogshyddan. In 1984 volgde het eerste indoor-EK ultimate voor clubteams in Colchester in Engeland en dat toernooi werd in 1989 èn in 1995 in Utrecht georganiseerd. In 1997 werd het laatste indoor-EK voor clubs gehouden in Zweden. Daarna was de Winter Trophy in Gothenburg jarenlang het officieuze EK voor teams uit heel Scandinavië, Duitsland en soms ook uit Engeland en ons land. Dat toernooi werd het langstlopende toernooi ter wereld met achtendertig afleveringen, totdat het in 2015 zijn laatste editie kende. Kong Volmer, een ander later beroemd indoortoernooi werd in 1986 opgericht te Farum in Denemarken. Hoewel er in grote delen van Europa eigenlijk altijd al met dezelfde regels werd gespeeld, onder meer 5-tegen-5 op een handbalveld, riep de WFDF eind 2013 een commissie in het leven die moest proberen om een set mondiale spelregels voor indoor op te stellen. Omdat er op te veel plekken in de wereld met andere regels werd en wordt gespeeld, is dat streven vooralsnog mislukt.

Spirit of the Game en autoregulering

De oorspronkelijke spelregels hadden het bij gebrek aan een scheidsrechter over een erecode onder vrienden waarmee men de regels tijdens een wedstrijd toepaste. In de praktijd werd er eigenlijk altijd zonder arbiters gespeeld met genoemde erecode, men noemde het self-officiation of autoregulering. In 1978 werd in het voorwoord van de zevende editie van de officiële spelregels voor ultimate door Dan Roddick voor het eerst gesproken over Spirit of the Game. “Highly competitive play is encouraged, but never at the expense of the bond of mutual respect between players or the basic joy of play.” Inmiddels is SotG de eerste en belangrijkste spelregel en staat bovenstaande zin nog immer in de regels die nu aan hun dertiende versie toe zijn. Vanaf eind jaren zeventig werden in de VS en later Canada zogenaamde ‘observers’ gebruikt om als derde partij disputen tijdens belangrijke wedstrijden op te lossen, maar in het grootste deel van de wereld worden ultimatewedstrijden nog steeds gespeeld met autoregulering met behulp van SotG, tot en met finales van WK’s. In 2008 nam de wereldfederatie een door BULA ontwikkeld formulier in gebruik, waarmee teams elkaar na een wedstrijd scoren op vijf onderdelen van Spirit : regelkennis, fouten en lichaamscontact, eerlijkheid, positieve attitude en communicatie. In 2012 ontwikkelde de wereldbond bovendien twee online spelregeltesten, een standaard en een geavanceerde versie, en vanaf 2013 waren deze testen verplicht voor internationale spelers en coaches. Daarnaast experimenteerde de wereldbond op de WK’s van 2014 en 2015 met ‘game advisors’, een lichte vorm van observers, een experiment dat in 2016 op het wereldkampioenschap voor landenteams wordt voortgezet.

Ontstaan van de frisbeesport in Nederland

Reeds in 1974 waaierden de eerste frisbee’s over naar Nederland en in 1978 ontstond in Den Bosch de eerste Nederlandse frisbeebond, de IFANL of International Frisbee Association NederLand. Pioniers waren voorzitter Marcel Dullaart, Marcel Poeze, Marga van Wijngaarden, Patrick van der Valk, Ton Mulder en de gebroeders Hans en Peter Bos. Op 1 januari 1979 werd die bond heropgericht onder de naam Nederlandse Frisbee Bond. Onder voorzitterschap van Erik Stroek werd die nieuwe NFB naar Utrecht verplaatst. In juli dat jaar nam meteen een vaderlandse delegatie deel aan het eerste officieuze EK in Engeland. Hoewel in datzelfde jaar nog ultimate werd geïntroduceerd op een SNS-workshop in Heerlen, waren de eerste bondsjaren vooral de individuele onderdelen zoals distance, freestyle, accuracy en verder double disc court populair. Het eerste NK Individuele Onderdelen met toen ook al disc golf vond plaats in september 1980 in Utrecht.

UFO en andere ultimate clubs

Maar na een bezoek van enkele Utrechtse enthousiastelingen aan een internationaal toernooi in Namen in 1980 raakte het ultimate in de Domstad in zwang en dat leidde tot de eerste frisbeevereniging. Deze Utregse Frisbie Organisatie werd in 1981 opgericht door enkele gymdocenten en hun vrienden, wat bovendien leidde tot het eerste internationale ultimate toernooi in Nederland in november van dat jaar. Het voorbeeld van UFO werd in 1983 gevolgd door nieuwe clubs als de Ultimate Stars uit Leiderdorp en Nr.2 uit Alkemade. In dat jaar was UFO ook de eerste Nederlandse ultimate bekerkampioen tijdens een toernooi in Utrecht met zeven ploegen, waaronder ook UFTA uit de hoofdstad, Brabant Universe uit Eindhoven en het team IJsselstijl uit IJsselstein. In 1984 was de eerste Outdoor-competitie met vijf teams en ging een eerste nationale afvaardiging naar een WK ultimate. In Luzern, Zwitserland werd een nog onervaren Nederlands team slechts twaalfde, maar wel vóór België en Frankrijk. Datzelfde jaar werden clubs als GROF Groningen en Red Lights Amsterdam opgericht, de laatste ontstaan uit UFTA, maar de eerste jaren was UFO ongenaakbaar als outdoor kampioen. Illustere spelers uit dit Utrechtse team waren Jan Luijks, Eddy de Gooyer, Erik Stroek en Loe Sprengers. In 1985 ontstonden clubs als Chaos Amsterdam dat later opging in Red Lights, de Light City Flyers uit Eindhoven en Wageningen Allround Frisbie, in 1986 gevolgd door Frisbie Airbreakers Rotterdam, Frisbie Leeuwarden Ultimate Groep en Frisbiotics Almere. In dat jaar waren er al twaalf ploegen in de competitie en de bond breidde zich gestaag uit.

Eerste WUGC

In 1980 werd in Atlanta een los verband van veertig frisbee-organisatoren opgericht als tegenhanger van de International Frisbee Association, maar die federatie kwam nooit echt van de grond. In 1982 werd binnen de IFA besloten de mannencategorie van alle frisbeesporten voortaan Open divisie te noemen, opdat vrouwen eventueel ook konden meespelen en dat bleef zo tot in 2016. De eerste wereldkampioenschappen ultimate in 1983 in Gothenburg waren een soort vervolg op de succesvolle EK’s daarvóór. Er waren in totaal elf deelnemende ploegen uit slechts vier landen : Zweden, Finland, Oostenrijk en het uitgenodigde Verenigde Staten. Winnaars werden zowel in de Dames als Open divisie de clubteams (!) die de VS vertegenwoordigden. Ook was er een Junior Open divisie met spelers tot 20 jaar zonder Amerikaanse deelname, zodat Finland die titel kon opeisen. Op datzelfde WK was meteen ook een guts divisie die werd gehouden tussen voornamelijk ultimate spelers waar Zweden won. Tot op de dag van vandaag is guts nog steeds een onderdeel van de ultimate wereldkampioenschappen voor landenteams. Het toernooi heet dan ook World Ultimate and Guts Championships of WUGC.

Nederlandse Frisbie Bond

Het bedrijf Kransco kocht begin 1983 Wham-O op en daarna werd de IFA, zijnde een initiatief van Wham-O, ontmanteld. Kransco dreigde de bond dat jaar met een rechtzaak vanwege het patent op de naam ‘frisbee’ en dus werd de NFB in 1983 omgedoopt tot Nederlandse Frisbie Bond, een naam die meteen dichterbij de oorspronkelijke naam van de taartdeksels lag. In 1988 organiseerde de frisbeebond voor het eerst een trainerscursus en in november 1991, nadat Kransco’s patent was afgelopen, werd de bond weer terug gedoopt tot Nederlandse Frisbee Bond, zoals zij nu nog heet. Jarenlang zetelde de bond op iemands huisadres in Utrecht, vanaf 2006 op een postbusadres in Zeist toen er een samenwerking met het Koninklijk Nederlands Korfbal Verbond was, dat het front-office van de NFB bemande. De laatste jaren heeft de bond zijn ledenadministratie online en zetelt zij in Den Haag.

NBK

Na het eerste bekertoernooi van ‘83 werd een jaar later besloten om behalve de fris opgezette competitie ook ieder jaar een Nationaal Beker Kampioenschap te organiseren. Zo’n weekendtoernooi zou veel meer teams aantrekken en was goed voor de sfeer binnen de community, omdat er ook samen werd gegeten, gefeest en geslapen, zo werd gedacht. In 1984 waren er al dertien teams, een aantal dat twee jaar later reeds verdubbeld was. Dat was ook het NBK dat Red Lights voor het eerst de hegemonie van UFO wist te doorbreken. In 1989 was er een uniek bekerkampioenschap met een Dames divisie waar de Young Ones ( speelsters van Red Lights ) wonnen. Drie jaar later was het grootste NBK-deelnemersveld ooit met éénendertig ploegen, maar na 1996 nam het aantal deelnemende ploegen drastisch af, zodat in 1999 het NBK open werd gesteld voor buitenlandse teams. Na een Duitse finalist in 2000 leverde dat Franse en Duitse kampioenen op in 2001, 2003 en 2004, terwijl er die laatste twee jaren zelfs een geheel buitenlandse NBK-finale was, voordat UFO in 2005 de beker weer terughaalde naar ons land. Even goed nam de populariteit van het bekerkampioenschap meer en meer af en dat kwam door een groeiend aantal internationale toernooien in ons land en de ons omringende landen. Na twee laatste edities in Delft, de voorlopers van Rising High, werd het NBK in 2010 afgeschaft.

WFDF en WK Overall

Op het WK van 1984 waren er heftige discussies over hoe men verder moest in de wereld zonder IFA en vervolgens werd eind 1984 de World Flying Disc Federation opgericht met de Brit Charlie Mead als voorzitter en met meteen al dertig aangesloten landen met zo’n 10.000 spelers. Deze WFDF organiseerde in 1987 het eerste echte individuele WK Overall met deelnemers uit de hele wereld en een Nieuw-Zeelandse winnaar. Dat wereldkampioenschap werd steeds om het jaar gehouden tot in 2009, terwijl in de even jaren iedereen naar het US Open kwam. Spelers kwamen en komen op het WK Overall tegen elkaar uit op de disciplines distance, accuracy, discathon, disc golf, double disc court en self caught flights (MTA en TRC) en er wordt ook een Overall-winnaar gekroond. In 2009 switchte de WFDF naar een vierjarencyclus. Het laatste WK Overall was in 2013 in Norrköping (Zwe). Overall frisbee leeft vooral in de VS en Scandinavië en in mindere mate in Japan, Canada en Duitsland.

Het eerste disc golf in ons land

Begin jaren tachtig waren in Nederland vooral de gebroeders Hans en Peter Bos bezig met een aantal frisbeesporten, zo ook met disc golf. Zij waren in 1985 op een groot internationaal toernooi in Essen, waar Rotterdammers Paul Bezooijen en John Notenboom toeschouwers waren en het disc golf meenamen naar hun stad. Na een ruzie binnen hun ultimateclub Airbreakers gingen zij samen met Arthur Haverkamp disc golfen, eerst op een zelfgemaakt parcours in het Kralingse Bos met Wham-O’s en Discrafts. Maar gaandeweg regelde vooral Bezooijen via buitenlandse spelers steeds meer echte disc golfschijven. De groep disc golfenthousiastelingen in ons land groeide snel tot zo’n veertien spelers en met die groep ontstond in 1986-1987 de Winter Tour van de bond. Die Tour kende een maandelijkse speeldag ergens in een park en was dat eerste jaar vier keer tussen december en april. Eerste winnaars waren ex-aequo organisator Hans Bos en Paul Bezooijen, maar alleen omdat Peter Bos één maand niet meespeelde. In de periode van 1986 tot en met 1991 werd er elk seizoen een Winter Tour georganiseerd, vaak over zes speeldagen en meestal met de organiserende Hans Bos als winnaar. In 1987 organiseerde Bezooijen het eerste Dutch Open, een internationaal weekendtoernooi, in Rotterdam bij de Euromast. In datzelfde jaar werd in Nieuwegein het eerste vaste disc golf parcours van ons land geopend in Park Oudegein.

Indoor ultimate in Nederland

Na het eerste indoor bekertoernooi begin 1986 in Winsum waarvan de winnaar uiteraard UFO was, werd er vanaf de winter ’87-‘88 ook jaarlijks een Indoor-competitie gehouden. Eerste landskampioen in de zaal werden de Red Lights die dat meteen twee keer herhaalden. Begin jaren negentig nam het aantal teams in die Indoor-competitie steeds meer toe, totdat in het seizoen ’94-’95 het voorlopig toppunt werd bereikt met vierenveertig teams. Kampioen werd dat jaar het jonge Mjöllnir. In 1997 was het eerste Devils’ Heaven, het indoortoernooi van Disc Devils Twente, om het eerste lustrum van die club te vieren.

Uglimate in de VS

Begin jaren tachtig waren in de Verenigde Staten steeds meer verenigingen ontstaan waar ex-studenten ultimate konden blijven spelen, nadat ze de sport op de universiteit geleerd hadden. Langzamerhand schoof het hoogste spelniveau van de collegeteams uit New Jersey òf Santa Barbara naar die clubs in Boston, New York, Chicago, San Francisco, St.Louis en Dallas. Hoewel het grote merendeel van de beoefenaars in diverse Cityleagues nog steeds een relaxed hippy-imago had, werden deze clubspelers steeds fanatieker. Bovendien zaten er bij die clubs ook steeds meer spelers die uit andere sporten kwamen en die niet waren opgegroeid met autoregulering en Spirit of the Game. Winnen werd steeds belangrijker, ook doordat de sport meer bekendheid kreeg na artikelen in de serieuze pers als Sports Ilustrated. Tussen 1986 en 1989 werd het clubultimate in de VS steeds aggressiever en ruwer met een ‘win-at-all-costs’ mentaliteit waarbij SotG ver te zoeken was. Kampioen Windy City uit Chicago spikete in 1986 bijvoorbeeld de kampioenscup, een groot schandaal. De beroemde Steve Mooney sprak van ‘Uglimate’ en er werd gevreesd voor de toekomst van de sport. Reeds vanaf 1978 en regelmatig vanaf Nationals ‘80 gebruikte men in de VS voor belangrijke matches observers, maar pas vanaf 1989 toen die observers goed werden getraind en meer directe invloed kregen op beslissingen en straffen konden uitdelen, werd het Uglimate langzamerhand terug gedrongen en werd er in de Amerikaanse clubscene weer wat meer spirited gespeeld.

Red Lights

Na vier kampioenschappen van UFO wist Red Lights in 1988 voor het eerst outdoorkampioen te worden. De club uit Amsterdam deed dat met jonge kerels als Michiel Kooreman, Robert Swart, Robert van Waard, Jip Vogel, Reggi Hensen en Arjen Witte, spelers die lange tijd een stempel zouden drukken op de vaderlandse ultimatescene. Terwijl Red Lights toen indoor al de hegemonie van UFO overnam, wisten de Utrechters nog drie outdoorkampioenschappen te behalen, voordat de Red Lights in de jaren negentig en later in de jaren ’00 vele nationale outdoortitels op hun naam schreven. Ook internationaal timmerden de hoofstedelingen aan de weg en bouwden ze vooral in Europa heel wat faam op met onder andere een derde, een tweede een vijfde plaats op de indoor-EK’s van ’89, ’95 en ’97 en een derde en vierde plaats op de Europese outdoor clubkampioenschappen van ’92 en ’94. Op wereldniveau waren een tiende en twaalfde plaats op de WK clubs van ’95 en ’99 het hoogst haalbare, totdat een al iets oudere groep Red Lights in 2005 eerst Europees kampioen Masters werd en in 2006 zesde werd in de Mixed divisie op het WK in Perth. Die sterke periode werd afgesloten met winst in de derde editie van het Windmill-toernooi in 2008. Met achtentwintig keer winst in de nationale competitie en achttien maal op een NBK, is Red Lights nog steeds Nederlands meest succesvolle ultimate club.

WUCC

Vooral in Amerika was men meer en meer bezorgd om de Europese all-star nationale teams en om die trend te counteren organiseerde de World Flying Disc Federation in 1989 haar eerste wereldkampioenschap voor clubteams, de World Ultimate Club Championships of WUCC in Keulen. Uiteraard gaven in Köln de Amerikaanse kampioenen bij dames en heren de toon aan. In 1990 in Oslo was er tijdens het WK voor landenteams voor het eerst ook een divisie van Masters, voor spelers van toen nog boven de 30 jaar. Het jaar daarna was het WK voor clubs in Toronto en in 1993 kwam men naar Madison, VS. Op beide toernooien heerste in de Open divisie het destijds beroemde èn beruchte team New York, New York met de zeer intense voorman Kenny Dobyns. Dat team was één van de laatste exponenten van het Uglimate, hoewel de New Yorkse ploeg daarnaast ook gewoon erg goed was. In 1995 kwam WUCC terug naar Europa, naar Street in Engeland, wat een boost betekende voor de Europese clubscene. Twee jaar later moesten alle clubs weer over de grote plas naar Vancouver in Canada. Steevast waren de kampioenen in zowel de Open als Dames divisie teams uit de VS.

The Ultimate School

In 1990 startte de Nederlandse Frisbee Bond met een stimulatieproject op scholen voor voortgezet onderwijs, 'The Ultimate School’ van stuwende krachten Jan Luijks en Remco Marbus, beide vakleerkrachten bewegingsonderwijs èn ultimatespeler. Het project werd begeleid met mooie instructieboekjes en gesponsord door de firma Evergreen die energierijke koekjes produceerde. Evergreen lanceerde met The Ultimate School zijn koekjes op de markt en mikte daarbij op de doelgroep scholieren. Deze scholenactie duurde maar liefst vijf jaar. Het project zorgde, naast een toenemende populariteit van de sport, voor een opleving in bondsleden tot ruim zeshonderd en sommige spelers die uit die scholenactie zijn voortgekomen zijn jarenlang bepalend geweest in onze Nationale Teams. In die zelfde jaren was er trouwens nog een sponsor actief in het vaderlandse frisbee. De club UFO werd gesteund door het bedrijf Yor dat een fristi-achtig drankje uitbracht.

Nederlandse internationale resultaten

Als eerste Nederlander behaalde Peter Bos in 1986 al twee Europese titels, namelijk in discathon en accuracy. Maar vaderlandse frisbeesporters deden in de jaren negentig meer en meer van zich spreken. Vanuit internationaal oogpunt zijn vooral de Europese kampioenschappen van de Nederlandse ultimatedames in 1991 en 1993, Oranje’s tweede plaatsen op de WK Dames van 1988 en 1994 en de Europese clubtitels van de Red Lights-dames in 1992 en 1994 vermeldenswaard. Deze goede prestaties waren de vrucht van een gouden generatie speelsters met onder andere Thessa Kooreman, Simone Geijssen, Nicolette Verheem en Tessel Hillenius. Ook het Europese kampioenschap van de Nederlandse Masters uit 1991, een team met vooral veel UFO-ers van het eerste uur, en de Europese titel van de Red Lights Masters in 2005 zijn hoogtepunten uit onze frisbeegeschiedenis.

Disc golf, het vervolg

Opvallend was er in ‘91-‘92 één jaar geen Winter Tour, maar WAF-speler Thyl Luyckx pakte de organisatie daarna weer op. Helaas zijn de uitslagen van 1992 tot en met 1994 verloren gegaan. De eerste drie jaren deden er ook Belgen mee, maar vanaf ‘96-‘97 waren er zo’n twintig vaderlandse spelers in de Tour met gemiddeld acht speeldagen van oktober tot mei. In 1994 was Arthur Haverkamp de eerste Nederlander op een WK Disc Golf in Texas. Vanaf 1995 werd hij zelfs gesteund door frisbeefabrikant Millennium/Innova en hij nam Laurens Benschop meestal mee op zijn gesponsorde tochten naar buitenlandse toernooien. Vanaf het begin van de jaren negentig deden er ook enkele ultimaters mee in de Tour, resulterend in kampioenschappen voor WAF-fers Stef Stevens in 1996 en Erik Schmieman in 1998. Datzelfde jaar werden bij Het Podium in IJsselstein zes vaste pole-holes geplaatst. De Werkgroep Disc Golf breidde zich die jaren gestaag uit en regelmatig werden enkele topspelers afgevaardigd naar een EK. Eén van de internationale hoogtepunten was het Europees Kampioenschap bij de Grandmasters van Mike Ocon in Oslo in 2001. In dat jaar kwam er ook een vaste disc golfcourse in het Roel Langerakpark in Rotterdam. In die tijd hadden de Rotterdamse disc golfers een soort club, The Lamppost Clang, waar Gabriël Mostert de stuwende kracht achter was. Hij organiseerde ook een eigen competitie naast de Winter Tour.

Hargen Ultimate Toernooi

Het eerste bekende strandtoernooi ter wereld was in 1986 in Texas, in 1989 gevolgd door Paganello, het internationale strandtoernooi in Rimini in Italië. En in 1994 startte Cruncher Martin Louwe een strandtoernooi in Hargen, de woonplaats van zijn ouders. Dat Hargen Ultimate Toernooi werd altijd gehouden begin juli als onderdeel van het Hargen aan Sail-festival en kreeg al snel een internationaal deelnemersveld. In 2008 kreeg HUT in eigen land concurrentie van Monsterball, een mixed toernooi van Ultimus Prime op het strand van Monster, inmiddels Kijkduin. Legendarisch is de aflevering van 2010 toen er op zondag windkracht 8 stond, gelardeerd met fikse regenbuien. Normaal beach ultimate was die dag eigenlijk niet mogelijk, hoewel sommige dapperen nog tot en met de finale doorspeelden, terwijl bijna iedereen stond te schuilen in de strandtent. Vanaf 2011 werd er met Pinksteren jaarlijks een Nationaal Jeugd Kampioenschap gehouden in Tiel, Frisbeach geheten. Tegenwoordig is HUT het oudste nog lopende toernooi van Nederland met in 2015 zijn tweeëntwintigste editie. Het draagt tegenwoordig als ondertitel ‘open NK beach ultimate’.

Wereldwijde groei jaren negentig en nul

Gedurende de jaren ’90 en ’00 groeide de frisbeesport over de hele wereld hard met nieuwe bonden in Zuid-Amerika, Oost-Europa, Zuid-Afrika en Zuidoost-Azië. In de even jaren waren er telkens WK’s voor landenteams, de oneven jaren waren voor de clubkampioenschappen of WUCC’s. Op het WUCC 1999 in St.Andrews, Schotland werd de Mixed divisie ingevoerd met een vaste verhouding mannen en vrouwen in het veld. Het Amerikaanse Red Fish, Blue Fish was de eerste Mixed wereldkampioen. De Open finale was de spannendste eindstrijd ooit. Het beroemde Death or Glory uit Boston speelde tegen het Finse Liquidisc van voorman Timo Vaskio. DoG won letterlijk door één foutje van Timo met 21-19. Na het WK in Heilbronn, Duitsland in 2000 besloot de WFDF een vierjarencyclus op te zetten, zodat in Turku in Finland in 2004 het volgende WK voor landenploegen werd gehouden.

Belgische kampioen van onze Indoor-competitie

Begin jaren nul deed Freezzz Beezzz uit Brugge een viertal jaar mee met onze Indoor-competitie, bij gebrek aan goede tegenstand in het Belgische indoorkampioenschap. Onder leiding van de ervaren Glenn Nolf wonnen de nog veelal jonge Belgen in ’01-‘02 en ’02-‘03 twee maal onze indoortitel. Het merendeel van dit team zou later trouwens de basis vormen van de toen nieuwe club Gentle. Met verder goede teams van Red Lights, UFO, Gronical Dizziness en Crunch was onze Indoor-competitie in die jaren op zijn allersterkst. Halverwege de jaren ’00 nam Gronical Dizziness langzamerhand de indoorkroon over van Red Lights, met sterke spelers als Erik Doesburg en Jaap van Netten. Parallel aan het NBK Outdoor was er ook bijna al die jaren een indoor bekertoernooi geweest waarvan de meeste edities werden afgewerkt in sporthal Valkenhuizen te Arnhem. Helaas zag de Werkgroep Ultimate zich begin 2010 vanwege teruglopende deelname genoodzaakt voortaan ook het NBK Indoor te cancelen, net als bij outdoor. Maar de Indoor-competitie daarentegen werd langzamerhand groter dan ooit. In 2013-2014 werd voor het eerst een indoor Damescompetitie gehouden met GD als eerste kampioen. In de Open Indoor-competitie met deze winter veertig teams in acht divisies was Crunch de laatste jaren heersend. De Damescompetitie met tien teams wordt al twee jaar gewonnen door Airborn dat steunt op enkele sterke jonge speelsters van het U17 NJT. Het internationale Devils’ Heaven kent in 2016 trouwens zijn twintigste editie.

BULA en beach ultimate

Voor het eerst in 1999 op het beroemde Paganello in Rimini, Italië werd onder aanvoering van Paga-organisator Jumpi Miscione gesproken over een aparte federatie voor beach ultimate. In 2001 werd in datzelfde Rimini met organisatoren van twintig grote strandtoernooien de Beach Ultimate Lovers Association opgericht. De charismatische Portugese Nederlander Patrick van de Valk werd voorzitter en is dat nog steeds. Het jaar daarna werd BULA al provisioneel lid en is nu al jaren volwaardig lid van de WFDF. In 2004 hield BULA haar eerste WK in Figuera da Foz, Portugal. Er waren zelfs deelnemers van het reguliere WK in Finland die met een ‘Magic Bus’ helemaal naar dat wereldkampioenschap kwamen. In 2007 was het WK in Maceio, Brazilië, 2008 een EK in Le Pouliguen, Frankrijk, 2009 een Aziatisch Kampioenschap in Boracay, Fillipijnen, in 2011 weer een WK in Lignano Sabbiadoro, Italië, in 2013 een EK te Calafells, Spanje en tot slot het WK van 2015 in Dubai met liefst zeven divisies. Vaste deelnemer op die grote toernooien was steeds het imaginaire land Currier Island, een internationaal pick-up team, typerend voor de relaxte sfeer bij beach ultimate.

World Games en IOC

Reeds in 1989 was ultimate als exhibitiesport aanwezig op de World Games van Karlsruhe, het voorportaal van de Olympische Spelen. Vervolgens werd de WFDF in 1995 lid van zowel de General Assembly of International Sports Federations (GAISF) als van de International World Games Association (IWGA). Maar pas in Akita, Japan in 2001 was Mixed ultimate medaille-onderdeel bij die Wereldspelen, gevolgd door Duisburg in 2005 en Kaohsiung, Taiwan in 2009. Tijdens die WG waren steeds zes landenteams aanwezig, de vijf meest succesvolle landen van het voorafgaande WK en de thuisploeg. In 2013 waren de World Games in Cali, Colombia en was ultimate veruit het meest aansprekende onderdeel van die Games. Voor een tribune met 45.000 dolenthousiaste Colombianen won het Amerikaanse team overtuigend de finale van Australië. Vervolgens kreeg de frisbeesport later in datzelfde 2013 voorlopige erkenning van het IOC, maar pas in augustus 2015 kwam tijdens het IOC-congres de doorbraak waarbij het Internationaal Olympisch Comité de frisbeesport officieel erkende. Een heuglijk feit, hoewel dat niet betekent dat ultimate automatisch ook een olympische sport wordt. In 2017 worden de World Games gehouden in Wroclaw, Polen en is Mixed ultimate uiteraard weer een belangrijk onderdeel. In 2020 zijn de Olympische Spelen in Tokyo, maar het organisatiecommité liet najaar 2015 weten dat ultimate van de lijst van mogelijke nieuwe sporten was geschrapt. Dus de eerstvolgende kans van ultimate als onderdeel van de OS zal zijn in 2024.

NOC*NSF en KNKV

In november 2003 werd de Nederlandse Frisbee Bond lid van het NOCNSF, na jarenlang voorbereidend werk van het toenmalige bondsbestuur bestaande uit Erik Bassie, Jeroen Pouwels en Ronald de Groot. Daarmee was de NFB één van de eerste frisbeebonden die volledig door zijn nationaal olympisch commité geaccepteerd èn financieel ondersteund werd. Jarenlang was er zelfs een aanzienlijke topsportbijdrage van NOCNSF. In 2006 en 2007 werd de bond ‘opgeschud’ door een kostbare sponsoractie van Lipton Ice Tea dat via disc golf haar naamsbekendheid wilde vergroten. Het vaderlandse disc golf werd er helaas nauwelijks groter van. En in 2008 was uit de contacten met het NOC*NSF een samenwerkingsverband met het KNKV tot stand gebracht waarbij het korfbalverbond enige jaren het front-office van de NFB was. Eind dat jaar bracht de NFB samen met de SLO een lesgeefmap voor het basisonderwijs uit, Kennismaken Met Ultimate, in de hoop daarmee op vele basisscholen een gezonde basis te leggen voor latere deelname aan de frisbeesport. In 2011 werd dat initiatief gevolgd door een boekje over ultimate voor het voortgezet onderwijs, Frisbee Het Ultieme Spel.

Internationale jeugdtoernooien

De EFDF en later EUF organiseerde vanaf 2003 in Tallin tijdens de oneven jaren aparte EJK’s of European Ultimate Youth Championships voor Under20 èn Under17. De WFDF organiseerde in 2010 in Florence voor het eerst een landentoernooi voor Under23 dat in 2013 werd herhaald in Toronto. En hoewel er al vanaf 1983 een Junioren divisie was op het reguliere WK, begon de wereldfederatie vanaf 2012 in Dublin een apart toernooi voor U20 met zowel een Open als een Dames divisie. In 2013 herstartte de NFB na jaren haar internationale jeugdprogramma met twee teams tijdens het EYUC in Keulen. In 2014 in Lecco was Nederland aanwezig met vier Nationale Jeugd Teams. Helaas viel het wereldkampioenschap voor junioren of WJUC deels in het water door een ongekende regenperiode in Noord-Italië. Canada won daar in een zinderende finale tegen de VS de Open U20-titel, terwijl de Amerikaanse meiden in de Dames divisie wel van Canada wonnen. Tijdens het gelijktijdige EYUC werden de Nederlandse U17 Meiden voor een overvolle tribune met Hollandse en Franse ouders Europees kampioen tegen Frankrijk. Onder leiding van de succesvolle coach Leontine Sonneveldt werd diezelfde U17 Girls-titel door Oranje in 2015 op het EYUC in Frankfurt opnieuw in de wacht gesleept in een finale tegen Duitsland. In 2016 zal het EYUC voor alleen U17-teams worden gehouden in Gent, terwijl het WJUC voor U20 plaats vindt in Wroclaw, Polen.

European Ultimate Championships Series

In 2006, een jaar na het laatste outdoor-EK voor clubs in Rostock, werd uit onvrede met de te trage vierjarencyclus van de wereldbond een jaarlijks Europees clubkampioenschap opgericht, de European Ultimate Championship Series. Met het Amerikaanse systeem als voorbeeld werd Europa daarbij ingedeeld in vier, inmiddels vijf regio's. Eind augustus worden in die regio’s Regionals gespeeld voor zowel Open als Dames teams en sinds 2013 ook voor Mixed ploegen. Deze Regionals worden gevolgd door centrale Finals oftewel de EUCF begin oktober. In Open zijn daar de beste vierentwintig teams aanwezig, bij Dames en Mixed de beste twaalf ploegen. Na Florence, Basel, Parijs, Londen, Lloret, Brugge, Frankfurt, Bordeaux en weer Frankfurt waren de laatste Finals in 2015 in Wroclaw, Polen. In 2016 komt EUCF weer terug naar Frankfurt, omdat dat zo mooi centraal in Europa ligt. In de Open divisie heeft het Engelse Clapham inmiddels vijf keer in totaal de titel gewonnen. De speelsters van het eveneens Londense Iceni zijn tussen 2011 en 2015 zelfs vijf jaar achter elkaar winnaar geworden.

WK ultimate op het zuidelijk halfrond

Na het WUCC 2002 op Hawaii waar in alle vier de divisies minimaal de eerste zes teams uit de VS of Canada kwamen, werd er in november (!) 2006 voor het eerst een wereldkampioenschap op het zuidelijk halfrond georganiseerd, namelijk in Perth in Australië. Bij absentie van de sterkste Noord-Amerikaanse teams die hun Nationals belangrijker vonden, waren er voor het eerst non-VS winnaars. De Buzz Bullets uit Tokyo wonnen de Open eindstrijd van Thong uit Sydney, terwijl in de geheel Japanse damesfinale MUD van UNO won. Ook in de Masters divisie won een Japanse ploeg, Vigi. In Mixed, dat jaar veruit de grootste divisie met veertig teams, won wel een Noord-Amerikaanse club. Team Fischer Price uit Vancouver versloeg Brass Monkey uit San Francisco.

WK freestyle in Nederland

Eind jaren negentig was de populariteit van freestyle in de VS flink gedaald en er kwamen weinig nieuwe spelers. Maar halverwege de jaren ’00 kende deze frisbeesport opeens een nieuwe periode van groei in Europa, Zuid-Amerika en Japan. De oorzaak daarvoor lag voor een deel in de aandacht die het beroemde Paganello elk jaar aan freestyle schonk. Maar een beroemde Nike-commercial met twee bekende Amerikaanse freestylers uit die tijd was daar mede debet aan. Ook in Nederland kwam er in die jaren een kleine maar fanatieke groep freestylers die jaarlijks twee internationale toernooien organiseerden. In de hoofdstad de AmsterJam en in Roermond de WinterJam. In 2007 haalde de grootste fanatiekeling van allemaal, Iwan de Moor, organisator van AmsterJam, het wereldkampioenschap naar ons land. In juni 2007 kwam er een voor die tijd recordaantal van honderdentien spelers naar Zandvoort voor het FPA Worlds. Even goed leverde dat mooie evenement slechts weinig nieuwe Hollandse freestylers op en hoewel de NFB het een aantal keer probeerde, werd het groepje freestylers onder leiding van De Moor nooit echt een onderdeel van de frisbeebond.

EUF

In 2009 werd de European Ultimate Federation opgericht, min of meer als opvolger van de dan al jaren vrij inactieve EFDF. Deze EUF moest voortaan alle Europese ultimatespelers vertegenwoordigen. De EUF kreeg commissies voor Jeugd, Open, Dames, Mixed, Masters en Spirit en een zeer actieve voorzitter, de Oostenrijker Andrea Furlan die tot op de dag van vandaag chairman is. De EUF was en is de organisator achter de European Ultimate Championship Series of EUCS, het Europese Jeugd Kampioenschap of EYUC en het EK oftewel EUC. In 2014 werd in Lecco de European Flying Disc Federation heropgericht als dochter van de wereldbond, de EUF werd onderdeel van die overkoepelende EFDF. Dit was een politieke daad richting de European Games van 2019 èn om het IOC gunstig te stemmen in de strijd voor legitimiteit. Tegenwoordig zijn er al in éénendertig Europese landen nationale frisbeebonden met in totaal ongeveer 20.000 geregistreerde leden en beide getallen blijven nog steeds stijgen.

Laatste wereldkampioenschappen

Toen in 2010 op WUCC in Praag de beste VS-teams weer terug waren, kende de Open divisie meteen weer een geheel Amerikaanse eindstrijd tussen grootmachten Revolver uit San Francisco en Seattle Sockeye. De Damesfinale in Tsjechië was één van de allermooiste dameswedstrijden ooit waarin Fury uit San Francisco met 17-16 won van UNO uit Tokyo. The Chad Larson Experience uit de Verenigde Staten won het Mixed. Na Praag vond het laatste wereldkampioenschap ultimate en guts voor landenteams plaats in 2012 in Sakai in Japan. De Japanse dames wisten dit toernooi eindelijk de VS te verslaan. In Open werd de thuisploeg verrassend verslagen door de ‘sluwe’ Zweden in een zeer winderige wedstrijd, in de finale was de VS veel te sterk voor GB. Er was behoorlijk wat controverse over de veel te agressieve match tussen Canada en Japan, die verontwaardiging opriep vanuit de hele ultimate wereld. Canada won wel het Mixed goud. In 2013 was er een WK U23 in Toronto waar de VS-teams drie keer goud wonnen. In 2014 was in Lecco het voorlopig laatste WK voor clubs dat bijna weg regende na vele dagen nat weer. Dit WUCC was een super groot evenement met honderdenéénenzestig teams in vijf divisies, dus vele malen groter dan bijvoorbeeld een WK voetbal. Met ruim 2500 sporters en coaches was dit ook veruit een record voor de frisbeesport. De finalisten kwamen alle zes uit de Verenigde Staten. Revolver versloeg weer Sockeye, Riot pakte eindelijk rivaal Fury eens en Drag'n Thrust won van Polar Bears. Het volgende WK ultimate èn guts voor landenploegen is eind juni 2016 in Londen.

Semiprofessioneel ultimate

Terwijl er al jaren vooral in Amerika disc golf-toernooien werden gespeeld met flinke geldprijzen, werd in 2012 in de VS de stap gezet naar een semiprofessionele tak van ultimate. Met acht teams, scheidsrechters, grotere velden en behoorlijk aangepaste regels startte deze American Ultimate Disc League in het oosten van het land. De spelers kregen per wedstrijd wel iets betaald, maar hadden vooral zelf geen onkosten. In 2013 zette deze AUDL zich door met twaalf teams, waaronder veel nieuwe clubs in een Midwest divisie, maar kreeg ook concurrentie van de Major League Ultimate, nota bene opgezet door de eigenaar van de eerste AUDL-kampioen Philadelphia Spinners. De MLU begon met acht ploegen aan beide kusten. Dat jaar deden opeens veel gerenommeerde clubspelers mee in deze leagues en ook de Nederlander Erik Doesburg speelde bij de Seattle Rainmakers in de MLU. In 2014 breidde de AUDL zich uit naar de westkust en nam daar een aantal MLU-spelers over, terwijl die laatste zich consolideerde met haar acht teams, net als in 2015. De AUDL gingvorig jaar ook naar het zuiden. Met in 2016 nu in totaal zesentwintig teams in vier conferences is deze organisatie een blijvertje en het lijkt een kwestie van tijd voordat de kleine MLU wordt opgeslokt, al is het laatste woord daarover nog niet gevallen. Nieuwe trend dit jaar lijkt te zijn het ontstaan van enkele all-star teams met forensende topspelers die de toch al goede clubkernen komen versterken.

Continentale kampioenschappen

In de zomer van 2015 organiseerde de EUF de European Ultimate Championships of EUC in Kopenhagen met vijfenzestig landenploegen in vijf divisies, waaronder ook Open Masters (>33jr) en Dames Masters (>30jr). Dit was al het veertiende EK voor landen dat in 1993 nog op papendaal bij Arnhem werd gehouden. Daarnaast zette de WFDF dit jaar in op de kampioenschappen van andere continenten, zoals de eerste All Africa Ultimate Club Championships in september in Kampala, Oeganda met een Mixed divisie. De Pan-Amerikaanse Kampioenschappen werden in november voor de tweede keer gehouden, dit keer met vier divisies in Cancún, Mexico. Tot slot was in november te Hong Kong het eerste AOUC, de Azië-Oceanië Kampioenschappen met nog kleine divisies in Open en Dames en tien teams in Mixed waar verrassend de Fillipijnen de titel pakte vóór Australië.

Het vaderlandse disc golf in 2015

In 2010 werd in het Amsterdamse Sloterpark een vast disc golf parcours geopend. De laatste tien jaar is er een vaste groep van ongeveer vijftig spelers in ons land. Zij doen mee in de Winter Tour, verdeeld in de categoriën Pro Open, Dames en Amateurs. Die Tour heeft meestal tien speeldagen van september tot mei. Vaderlandse toppers zijn Sander Bahnerth, Bert Brader, Rens Agterberg, Laurens Benschop, René Westenberg, Erik Schmiemann en Peter Buysrogge. Diezelfde Buysrogge is al jaren TD van het Dutch Open in april. Op initiatief van de NFB organiseren de disc golfers zich sinds 2015 steeds meer in clubs, zodat de overwegend individueel ingestelde spelers eindelijk in groepsverband kunnen opkomen voor hun belangen binnen de bond. Inmiddels zijn er de Disc Golfvereniging Randstad, Discgolfvereniging Groeterzandgat, Bear Disc Golf Wychen, Disc Sports Amsterdam en Zoetermeer Discgolf United. Met name de laatste club timmert aan de weg met een snel groeiend aantal leden en juli 2015 de realisatie van een disc golf parcours in het Van Tuyllpark in hun eigen Zoetermeer, de vijfde vaste course van ons land.

Nederlands ultimate nu

In 2016 heeft de NFB bij vijfentwintig verenigingen ruim 1100 geregistreerde leden. Crunch uit Amsterdam is de grootste vereniging gevolgd door het Utrechtse UFO. De bond organiseert jaarlijks een Indoor-competitie met nu vijftig teams, een Outdoor-competitie met in 2015 zevenendertig ploegen, sinds 2006 een Outdoor Mixed-competitie met in najaar 2015 twintig teams en sinds 2013 een aparte Damescompetitie met vorig jaar acht teams. Verder regelt de bond de Nationale (Jeugd) Teams en een trainersopleiding. Onder auspiciën van de Werkgroep Jeugd zijn er elk jaar twee Jeugdcompetities U17 en tien Jeugdspeeldagen U13. De clubs organiseren voor de bond verder elk jaar twee Right-to-Play beginnerstoernooien, NSK studentenkampioenschappen en er is in tien steden een recreatieve, laagdrempelige Cityleague. Bovendien wordt er door diverse verenigingen al jarenlang een tiental internationale ultimate toernooien georganiseerd op gras, strand en in de zaal met kleurrijke namen als Devils’ Heaven, UUC, Rising High, Windmill Windup, HUT, A*dam HAT, Monsterball, Valley Frisbee Games, Schreeuw van de Meeuw en MartiniCup. Windmill in Amsterdam is al jaren het grootste grastoernooi van Europa en één van de bekendste ultimate-evenementen ter wereld.

Wereldsituatie anno 2016

Anno 2016, bijna zeventig jaar na de uitvinding van de frisbee, is ultimate wereldwijd veruit de belangrijkste der frisbeesporten met ruim 165.000 geregistreerde spelers, gevolgd door disc golf met meer dan 23.000 en freestyle met ongeveer 2000 spelers. Inmiddels, na drieëntwintig individuele WK's en éénentwintig wereldkampioenschappen ultimate, zijn bij de World Flying Disc Federation vierenzestig landenfederaties op vijf continenten aangesloten, daarnaast de Freestyle Players Association en BULA. Tegenwoordig zetelt de WFDF in Colorado Springs in de VS en heeft een actieve Duitse algemeen directeur in Volker Bernardi en de beroemde Amerikaan Robert ‘Nob’ Rauch als voorzitter van een veertienkoppig bestuur waarin alle frisbeesporten vertegenwoordigd zijn. Naast de EFDF en de EUF in Europa bestaat er sinds 2014 een Aziatische federatie AFDF en een Pan-Amerikaanse federatie PAFDF, het wachten is op de Afrikaanse bond. In totaal telt de wereldbond bijna 190.000 geregistreerde leden, maar geschat wordt dat ongeveer vijf miljoen mensen op deze aardbol regelmatig aan een frisbeesport doen. Het overgrote deel daarvan speelt ultimate in de VS en Canada op high schools en colleges of in de vele City- en Summerleagues.

Korte video

Op http://ultimatefrisbeehq.com/ultimate-frisbee-history/ kun je in viereneenhalve minuut een geanimeerde, zwaar verkorte versie van bovenstaand verhaal zien.

BRON: http://www.frisbeesport.nl/cms/pagina/de-geschiedenis-van-de-frisbeesport